Huberts IJs viert 100-jarig bestaan: ‘Als je een ijsje geeft, wordt iedereen nog gelukkiger’

Christine en Constant van Saltbommel zijn de vierde generatie bij Huberts IJs.
Christine en Constant van Saltbommel zijn de vierde generatie bij Huberts IJs.
Foto: Stefan Klomp

Huberts IJs bestaat 100 jaar. En dat wordt gevierd. Met ijs, uiteraard. Via de sociale media van Huberts IJs kan iedereen een cadeaubon downloaden.

“Dan kan je een ijsje van ons weggeven aan iemand anders”, vertelt eigenaar Christine van Saltbommel. “Zo vieren wij het 100-jarig bestaan.” Iedere maand is er een actie om de verjaardag te vieren.

Christine van Saltbommel is samen met Constant de vierde generatie aan het roer van Huberts IJs. De ijssalon zit al sinds 1954 in de Hoofdstraat, maar begon in 1922 in de Molenstraat. Daar begonnen Jan en Trui Huberts een ijsfabriek. De prijs van een ijsje destijds, zo’n 2 Ć  3 cent.

Of Huberts IJs echt in 1922 is begonnen, dat is nog wel even de vraag. “Het kan ook 1921 zijn geweest”, zegt Constant. “We baseren ons op oude foto’s van 1922. Een oprichtingsakte hebben we niet. Misschien moet ik nog maar eens het Drents Archief in duiken”, lacht hij.

De voormalige IJsfabriek Huberts aan de Molenstraat. Foto: Oud Meppel

Het is een van de redenen waarom Huberts IJs niet het predicaat hofleverancier krijgt, die ondernemingen aan kunnen vragen als ze 100 jaar bestaan. Daarvoor moet wel de ontstaansgeschiedenis duidelijk zijn. “En er gaat gewoon veel papierwerk in zitten”, reageert Christine. “En 100 jaar is leuk. Maar wat betekent het. Ik ben daar misschien toch wat te nuchter voor.”

De Brasserie

In 1993 nam Christine Hubert IJs over van haar ouders, Truus en Daan. Ze betrok ook meteen het pand ernaast. Dat was eerder een bloemenzaak, maar Christine en Constant begonnen er De Brasserie.

Toen in 1954 de opa en oma van Christine, Chris en Willy Huberts, de zaak verhuisde van de Molenstraat naar de Hoofdstraat was het nog een salon. Het had roze muren en een roze vloer. Nu zit daar de keuken van De Brasserie.

Constant van Saltbommel maakt iedere zaterdag ijs in de kelder.

Wat in die 100 jaar niet is veranderd, is dat het ijs nog altijd zelf wordt gemaakt. Constant van Saltbommel kruipt iedere zaterdag in de kelder van de ijssalon om daar tussen de 200 en 250 liter ijs te maken. Goed voor een weekvoorraad. In de zomer staat hij er soms wel twee of drie dagen, om voldoende ijs te kunnen verkopen.

“Het geheim is om zo dichtbij de pure ingrediĆ«nten te komen”, zegt Constant. “Verse melk, verse slagroom, een vanillestokje en eigeel. Dat is de basis.” Hij geniet ervan om het ijs te maken. “Mensen komen met een glimlach een ijsje bestellen. Als je ze een ijsje geeft, zijn ze nog gelukkiger. Daar doe je het voor.”

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen