Meppel faciliteerde roof en gedwongen verkoop van Joods eigendom tijdens de Tweede Wereldoorlog

21 dec 2022, 18:27 Meppel
photo 5843935681116748732 y
"Vanuit de situatie waarin wij nu leven is het ongepast hoe er destijds vanuit onze gemeente met mensen is omgegaan. Ik kijk terug op een gevoelloze overheid." Dat zegt burgemeester Richard Korteland over het handelen van de gemeente Meppel tijdens de Tweede Wereldoorlog.
De gemeente heeft het Drents Archief onderzoek laten doen hoe de voormalige gemeenten Meppel en Nijeveen zijn omgegaan met Joodse eigendommen tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. De conclusie luidt dat de gemeente Meppel de roof en gedwongen verkoop van Joods eigendom heeft gefaciliteerd. Dat gebeurde in de eerste plaats door informatie aan te leveren wanneer de bezetter daar om vroeg en in de tweede plaats door toe te zien op de uitvoering van verordeningen van de bezetter.
Volgens het Drents Archief heeft de gemeente destijds niet geprobeerd om de anti-Joodse bezitsverordeningen en anti-Joodse maatregelen in het algemeen te verhinderen. Daarnaast concludeert het Drents Archief dat geconcludeerd kan worden dat de gemeente geen rol heeft gespeeld bij het rechtsherstel van eigendommen van Joodse inwoners.

73 percelen

Tijdens de bezetting zijn in Meppel de eigendommen van Joden door de bezetter geroofd en gedwongen verkocht. Ten tijde van de oorlog waren er in de gemeente 154 percelen in bezit van Joden. Dat is inclusief landbouwgronden. Hiervan zijn 73 percelen tijdens de bezetting verkocht. Van de 73 verkochte percelen van Joodse eigenaren zijn er uiteindelijk 69 via rechtsherstel aan de oorspronkelijke eigenaar of de erfgenamen teruggegeven.
De gemeente is niet als koper betrokken geweest bij de gedwongen verkoop van Joods vastgoed. Wel heeft ze enkele percelen van Joodse eigenaren gekocht tijdens de oorlog. Dit gebeurde in overeenstemming met de oorspronkelijke eigenaren.

'Walgelijk hoog'

De Joodse gemeenschap van Meppel werd gedurende de bezetting op een haar na uitgeroeid. Slechts enkele tientallen overleefden de oorlog. Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog woonden er ongeveer 250 Joden in Meppel. Van hen overleefde negentig procent de oorlog niet. "Dat is walgelijk hoog", vindt Korteland. Gemiddeld werd in Nederland ongeveer 75 procent van de Joden vermoord, in Drenthe lag het percentage op 80 procent.
Na de bevrijding bevonden Joden in Nederland zich in een maatschappelijk kwetsbare positie. Zij kregen weinig begrip vanuit de samenleving en weinig aandacht vanuit de overheid. In Meppel was dit niet anders, concludeert het Drents Archief. Uit haar onderzoek blijkt dat de gemeente geen regels overtrad en zich inzette in voor de wederopbouw van Meppel, maar tegelijkertijd zijn er geen aanwijzingen te vinden van steun voor de Joodse inwoners in het bijzonder.
"Het deugt natuurlijk van geen kant", reageert de burgemeester. "Maar ik weet niet of excuses op dit moment voor ons aan de orde is. Laat de samenleving dit nu alsjeblieft eerst tot zich nemen. Dan ben ik van harte bereid om op een later moment nogmaals te kijken of excuses wenselijk zijn."

Burgemeester werkte niet mee

Toen Meppel in mei 1940 werd bezet door de Duitsers, was Daniël baron Mackay burgemeester. Hij was niet bereid om samen te werken met de bezetters. Zo weigerde hij bijvoorbeeld een Duitse officier de hand te schudden. Op 5 augustus 1940 liet hij een concert doorgaan ter ere van de verjaardag van prinses Irene. Een dergelijk eerbetoon aan het Nederlandse Koningshuis was streng verboden. Vier dagen later werd Mackay ontslagen en vervangen door Geert Wisman.
Ook deze burgemeester was niet pro-Duits en probeerde waar mogelijk de bezetters tegen te werken. Toch werkte hij voldoende met de bezetter mee om tot aan de bevrijding in functie te blijven.

Korpschef werd ook vervangen

Het politiekorps van Meppel stond voor het grootste gedeelte van de oorlogsjaren onder leiding van Hendrik Breedveld. Agenten waren verplicht om bevelen van de bezetter op te volgen. Dat maakte het onvermijdelijk dat zij meewerkten met de bezetter. Toen in oktober 1942 de meesten Joden uit Meppel werden weggevoerd, werkte het voltallige politiekorps mee. Toch werd Breedveld in 1943 afgezet omdat hij ervan verdacht werd het verzet te steunen. Voor zijn plaats kwam iemand die fanatieke aanhanger was van het nationaalsocialisme en tevens lid van de Germaanse SS was.

Voorlichting bij scholen

Korteland: "Het is belangrijk dat wij de uitkomsten van het onderzoek meenemen in onze herdenkingen." Het onderzoek wordt ter beschikking gesteld aan de gemeenschap van Meppel en in het bijzonder aan de scholen. "Daar begint de kennisoverdracht en kan geleerd worden van het verleden", zegt Korteland. Volgens hem is de interesse groot bij de scholen.
Meppel werd op 13 april 1945 bevrijd.